Woning BDH
Bovenaan een holle weg, verscholen achter een dicht begroeid talud, bevindt zich een robuust, compact bakstenen volume. Het stelt zich verscholen en bescheiden op aan de straatzijde, en zoekt aansluiting met de hoger gelegen achtertuin. Een uitsparing in het talud verleent toegang tot de ondergrondse garage en kelderverdieping, waarin een centrale trap de verbinding legt met de eigenlijke woning. De verschillende dienstenfuncties worden centraal gegroepeerd rondom deze trappenkoker, waardoor de leefruimtes vrij zicht hebben rondom. Leven en slapen gebeurt daardoor op het gelijkvloers en in nauwe relatie met de omliggende tuin (voor, achter en zij).